Meer dan over afstanden en snelheden, gaat Trail over omgaan met factoren allerhande. Van de eigen psychologie over materiaal over weersomstandigheden enzovoort. Daar hebben we zaterdag even een voorsmaakje van gekregen. Of hoe een verzengende hitte een pittig uitje kan doen omslaan in een ware uitputtingslag. Na mijn dubbele ultra van een paar weken geleden, had mijn discipline een paar weken vrijaf genomen. Daar stonden we dan in La Roche op zaterdagochtend. Frank net hersteld van een enkelblessure, ondergetekende met een kleine indigestie maar vrij confident. Even overleggen (de plaatselijke kranten luisteren natuurlijk altijd mee als TRTC aan het gesticuleren slaat), en dan naar de start.
Ietwat nonchalant, zouden we achteraf kunnen zeggen. Of toch niet helemaal. Dit ging mijn eerste Ardense trail op sandalen worden. Na een geslaagde 50 km op de Luna Mono’s, waren nu de Leadvilles aan de beurt. Die zijn iets stugger en ik had geen idee hoe ze zouden aanvoelen tijden echte beklimmingen en afdalingen. En dan was er de warmte… De warmte is toevallig mijn element, vraag maar aan mijn vrouw die wel eens durft te claimen dat ik in mijn sauna woon. Bovendien ooit nog een paar zware trekkings in het noorden en het centrum van Australie gedaan en nog niet zo verschrikkelijk lang geleden de GR20 op Corsica in volle zomer met bepakking uitgestapt. Bekend met het fenomeen, dus. Nooit onderschatten… hitteslag, dehydratie en verlies van mineralen liggen altijd op de loer. Eenmaal op gang gekomen valt de eerste bezorgdheid -de sandalen- vrij snel weg. Die zitten als gegoten. Ik weet, het klinkt vreemd voor iemand die het nooit heeft geprobeerd. Ook ik had ooit visioenen van gebroken tenen, struikelen over boomwortels, steentjes onder de voetzolen en schokken in de knieën. Neen, niets van dit alles. Als een echte indiaan vlieg ik over de trail. Kleine disclaimer: altijd oppassen voor het TMTS (Too Much Too Soon) syndroom. Het overschakelen naar dit soort schoeisel moet steeds zeer geleidelijk gebeuren. Ik ben er ergens anderhalf jaar geleden mee begonnen. De ware uitdaging ligt elders. De hitte.Terwijl ik langzaam maar zeker in mijn nopjes begin te komen, besef ik ook dat het geen “walk in the park” zal worden. Liters zweet per uur verliezen we. En met die liters grammen zout, vermoed ik. Gelukkig zit er Nuun in mijn drinkzak en heb ik een handvol S-caps in mijn borstzak zitten. Drinken maar, is de boodschap.
En toch wat op de inspanning letten, kwestie van niet te oververhitten. De eerste drankpost komt snel. So far so good. Mijn trailbuddy lijkt de warmte minder te smaken, maar dat loopt wel los denken we. Onderweg herkennen we hele stukken uit de Team Trail 2.0 van enkele maanden geleden. Alles ziet er nu nog veel groener uit. En het had nog niet zolang geleden geregend, dus weinig stof. Prachtig parcours trouwens, volgend jaar wil ik er terug bij zijn. Eenmaal terug beneden aan de Ourthe, begint het me te dagen dat Frank niet helemaal in zijn gewone doen is. Ik vraag me af hoeveel hij gedronken heeft, en welke concentratie aan isotoon drank poeder er wel in die Camelbak zou kunnen zitten. Al een paar kilometer aan een stuk probeer ik hem een S-cap of twee te verkopen, maar hij lijkt me iets trager van begrip dan anders. Plots hoor ik een doffe klap gevolgd door een langerekte reeks vloeken achter me. Verdorie, dat wordt wandelen tot het einde, vrees ik. Of erger… Gelukkig valt het mee, maar het tempo is definitief gebroken. En Frank achterlaten in die omstandigheden… geen haar op mijn hoofd dat daar aan denkt. Leave no one behind. Even later, op weg naar de oversteek van de Ourthe valt het moreel op een dieptepunt. Geen verhaaltje kan mijn buddy opvrolijken. Gelukkig zorgt de Ourthe voor een tijdelijke verkoeling. OK, op naar de volgende drankpost. Lag die niet op km 21? Of was het 23? Ze blijft eindeloos ver weg. Zou ze afgeschaft zijn? Na een lange tocht komen we aan in Maboge. Daar zal het wel zijn. Beneden aan de brug: niets. Enkel een steile klim naar boven. Voor velen lijkt dit een psychologische en fysieke opdoffer.
Maar alles went, en uiteindelijk bereiken we toch de drankpost op kilometer 24. Het wordt een langere pauze dan voorzien. We kunnen ons neerleggen bij het feit dat dit een trail van 21 km gevolgd door wandeling van 14 km zal worden en zetten ons in beweging. Onder een loden zon. Ondanks onze stevige pas, lopen heel wat lopers ons voorbij. Ergens knaagt het een beetje bij mij, maar ik besef dat het ook voor mij wijzer is van geen exploten te gaan uithalen op drie weken van de Marathon du Mont Blanc. Waar we intussen toch al een half jaar naartoe aan het werken zijn. Af en toe kan ik het me niet laten en huppel eens een bergje op. Aan de laatste post weet ik zeker dat we het zullen halen. Vanop de terrrasjes in La Roche klinkt applaus, dat geeft nieuwe energie. Waar blijft die aankomst? Uiteindelijk zullen de 35 km er bijna 38 blijken te zijn. Frank is duidelijk diep gegaan. Voor een keer ben ik diegene met de meeste energie na de aankomst. Maar het herstel gaat snel. En even later laten we ons de hot-dogs en de Chimays smaken. Een paar dagen later ben ik zeer tevreden over deze tocht. Een absolute aanrader en een prachtige training. Bovendien toch weer eens met de neus op de feiten gedrukt. Neem niets voor vanzelfsprekend aan. Voor hetzelfde hebben we een gelijkaardige hitte in Chamonix. Of erger nog, sneeuw, regen of wind met gevaar voor onderkoeling. Mentale voorbereiding op alle scenarios. En… deze jongen gaat toch twee weken op dieet. Er moet deze en volgende week toch iets af, alvorens aan de carbo-loading voor Chamonix te beginnen.
Pingback: Celebration of a new season… and one look back | The Road To Chamonix·
Pingback: The Unit of Resistance… Ohm Trail et al. | The Road To Chamonix·