The Longest Day : blijkt toch niet zo long te zijn

Ik zit nog serieus te bekomen. Het was lang geleden dat ik nog eens zo uit mijn pijp was gekomen. Maar aangezien ik de laatste tijd vrij goed getraind heb en een paar kilo’s ben kwijtgespeeld, was de drang te groot.

Vorige week ging ik dan maar op zoek naar een trail waar nog plaats was. Dat is tegenwoordig niet simpel. Door de lange coronapauze staan alle trailerkes te trappelen om erin te vliegen. De meeste trails zijn dan ook in een mum van tijd volgeboekt. Maar kijk, in Spa is er nog eentje van sportevents waar ik nog welkom ben. In een vlaag van jeugdig enthousiasme schrijf ik me prompt in voor de 50 km. Het mailtje naar Sander krijgt een onverwacht antwoord. Hij gaat de 27 km wandelen met zijn wederhelft. Het wordt dus een solo slim voor nonkel Phranque.

Maar hoe gaan we dit aanpakken? De ervaring heeft me geleerd dat ik last heb met lange afstanden bij warm weer. Mijn zweetklieren laten zich dan van hun ijverigste kant zien. Ik heb me gewogen en voor het eerst sinds heel lang verscheen er een ronde 100 op de display. Nog even doorbijten en de 2 cijfers zijn een feit. Ik heb hier ook nog wat saltsticks liggen. Ik plan om de 10 km zo’n zouttablet te nemen in de hoop mijn zout- en mineraalreserves enigszins op peil te houden.

De start gebeurt individueel tussen 6.40 en 7 uur. Ik moet dus om 4 uur opstaan. Met de barbecue en de obligate Omers en de eerste match van de Rode Duivels nog in mijn systeem, is dat geen sinecure. Maar we kunnen er nu niet meer van tussen muizen. Prachtige rit trouwens. De zon zien opkomen heeft toch iets magisch. Ik ben één van de eersten ter plaatse, zo blijkt. Dat zal straks aan de finish wel anders zijn.

Om 6.45 uur kies ik het hazepad. Als derde starter. De eerste kilometers gaan moeilijk. De barbecue van gisteren ligt nog op mijn maag. Of zijn het die drie bananen die ik daarstraks opgepeuzeld heb? In elk geval vliegen de latere starters mij om de oren. Maar ik houd het hoofd koel en bedenk dat ik straks toch heel wat stervende zwanen ga oprapen. In het eerste uur leg ik 8,3 km af. Mijn plan is om bergop altijd te stappen en bergaf stevig door te lopen. Dat plan werkt perfect. Op geen enkel moment heb ik het gevoel dat ik mijn motor aan het opblazen ben. Na twee uur zit ik op 16,4 km. Nog altijd perfect op schema. Bij de eerste bevoorrading begint de zon al serieus te branden. En het is nog maar kwart voor negen.

Inmiddels loop ik al een tijdje met een mol die aan het loket aan het kloppen is. Daar snap je als Vlaming niks van maar het is letterlijk vertaald uit het frans : j’ai la taupe qui frappe au guichet. In mensentaal wil dat zeggen dat je een grote behoefte moet doen. Maar ik heb geen papier bij. Ik kijk dus continu rond mij. Als ik ergens iets vind wat mij kan helpen, maak ik een pitstop. Ik neem me voor om de witte konijnen met rust te laten, al moet zo’n zacht pelsje wel aangenaam zijn. Rond km 30 vind ik iets dat kan doorgaan als wc papier en zet ik me in de bosjes. Wat een opluchting! Nog geen 200 meter verder blijkt dat we aan een golfterrein passeren. De golfballetjes zullen goed glijden dit jaar.

We zitten nu in een afdaling richting de tweede bevoorrading. Ik zet mijn 100 kilo weer in neutraal en begin de enthousiaste starters op te rapen. Maar dan slaat het noodlot toe. Ik stoot mijn teen tegen een steen en verlies mijn evenwicht. Dat gebeurt wel vaker. Dat zal mijn teamgenoot Sander wel kunnen beamen. Maar de snelheid is nu te hoog en ik kan de zaak niet meer rechtzetten. Als een volleerde Italiaanse voetballer laat ik me rollen over de grond. Alleen is het hier geen gras, maar harde stenen. Ik kruip recht en ben een beetje groggy. Mijn linker schouder doet pijn en mijn linker knie bloedt. Trailers zijn harde kerels dus ik ga gewoon door alsof er niets gebeurd is.

Na 33 km kom ik aan de tweede bevoorrading. Ik voel me nog steeds goed, maar nu moet ik mijn camelbak wel even bijtanken. Waar ik me neergezet heb op de beton, blijft een vochtige print achter. Ik heb al veel vocht verloren. Ik heb nog 1 zouttablet en besluit na 36 km om ze vroegtijdig door te slikken. Het duurt waarschijnlijk toch wel even voor je lichaam dat opneemt. De afdalingen gaan nog steeds goed. De 41ste kilometer wordt mijn snelste : 4:58. Da’s warempel 12 per uur. Een mooi stukje bergaf. Ik laat me vooral opjutten doordat ik nu regelmatig snelle starters opraap.

Maar ik moet deze inspanning toch wel bekopen. Overmoed komt voor de val. Als we aan het kuuroord in Spa passeren, moeten we toch kort bij de finish zijn? Maar die parcoursbouwers hebben wel wat sadistische trekjes. En elke bergop doet nu extra pijn, want ik zit door mijn reserves. Plots is daar de boog van de aankomst. Het zit erop. I did it! 6:30 uur! Dat is een uur en twintig minuten beter dan ik ooit deed op een 50 km.

Dat geeft moed om verder te doen met het ‘dieet’. Op naar de 95 kilo. Ik kijk al uit naar mijn volgende trail samen met Sander. Maak uw borst maar nat maatje, we gaan er lappen op geven!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s