Vooraleer ik dit artikel schrijf, spiek ik even naar wat ik vorig jaar geschreven had op hetzelfde moment. De gelijkenis is ontstellend. Ik heb me namelijk zaterdagmiddag ook gewogen en ik kreeg weer 100 kilo te zien. Hoe is het mogelijk?
Ik laat me niet van de wijs brengen. We gaan vlammen in Aalst. Maar ik weet dat mijn prestaties rechtevenedig zijn met mijn gewicht. Het wordt dus niet evident om sneller dan vorig jaar te doen. Toen eindigde ik met 48″19 op een 59ste plaats. Onverwacht snel. De ambitie is om dit jaar nog sneller te doen.
De Dirk Martenscorrida is altijd een moment om oude bekenden terug te zien. Ik zie renno Roelandt staan, die me meteen opmerkt dat ik scherp sta. Net wat ik nodig had. Net voor de start van de 6km zie ik ook Marc Van Der Hoeven. Hij wordt dit jaar 55. Het belet hem niet om tweede te eindigen in 19″04. Onverslijtbaar! Hij merkt me ook meteen op dat ik serieus vermagerd ben. Mijn neus gaat alweer krullen. Ik geef hem nog gauw mee wat de reden is van mij dieet. “Ik heb me ingeschreven voor de 104 km van de Bouillonnante. En ik zou graag levend aankomen.” Hoofdgeschud is mijn deel.
Het is nog lang voor de start van de 12km. Nog even gaan stretchen in de kleedkamers alwaar we op een smartphone de laatste 15 minuten van het BK verldrijden volgen. Sven Nijs is nog bij de kopgroep. Het wordt het weedend van de oudjes. Ik voel het.
Voor de start nog even een minuut stilte voor de slachtoffers in Parijs. In zijn speech benadrukt de burgemeester dat Aalst ook een traditie heeft met de spot. En dat we ons niet gaan laten kennen. Geen discriminatie in Aalst. Hier wordt met alles en iedereen gelachen.
Het startpistool denkt er het zijne van en geeft de pijp aan Maarten. Het belet ons niet om er als een hazewind vandoor te gaan. Misschien iets te snel, want na 1km beslis ik om mij paarden wat in te houden. Aan dit tempo haal ik de finish niet. Ik hang mijn wagentje aan een groepje spiridon atleten. Maar na een tijdje moest ik ook hen laten gaan. Nu blijkt dat dit inderdaad het tempo was om 45 minuten te lopen. Maar dat zal voor volgend jaar zijn. Nu even niet met de krachten woekeren. Halfweg koers (na twee rondjes) kom ik door in 23″30. Dat is een tempo van 47 minuten, maar ik voel de krachten uit me wegvloeien. De derde ronde is mentaal altijd de moeilijkste. Bij het ingaan van de laatste ronde zie ik 36 minuten op mijn suunto staan. Ik krijg weer moed. Nog één rondje knallen en ik zit onder de tijd van vorig jaar. De laatste kilometer ben ik in overdrive. In de kattestraat spurt ik naar boven. Ik geef alles wat ik heb.
En de eindtijd? Je gaat het nooit geloven. 48″19! Op de seconde na dezelfde tijd als vorig jaar. Maar vorig jaar was ik 59ste, dit jaar 74ste. Het niveau stijgt dus in het Dendercriterium.
Al bij al ben ik blij. Binnen drie weken loop ik 20km tijdens de hivernales in Bosvoorde als voorbereiding op de trail des bosses de week erna. Tegen dan zou ik graag nog een paar kilootjes verliezen. 65 km is toch ook alweer 15km verder dan ik ooit gelopen heb. Nog 26 keer slapen.