Door meren en kastelen, of niet

De meeste loopwedstrijden hebben hun start en finish op dezelfde plaats. Niet zo voor de GTLC. De start wordt in Robertville gegeven en je moet naar Jalhay lopen. Via de minst voor de hand liggende weg, uiteraard. Anders zou het geen trail zijn. De bus vertrekt om 7 uur, dus is een overnachting in de buurt bijna onvermijdelijk. We hebben een plaats besteld in de jeugdherberg. Uitgenomen ons vaak jeugdig enthousiasme, is er bij ons niet veel jeugd meer te bespeuren, en dat hebben we dan ook gevoeld in de ochtend. Het werd pas stil in de kamer tegen 23 uur, om 2 uur moesten de deelnemers aan de 105 km de veren uit en om half zes stonden de meest gemotiveerden onder ons al naast hun driedekker houten slaapbak. Elke keer als er iemand bewoog, konden de anderen er mee van genieten. En die slaapkast was ook niet gemaakt voor iets grotere medemens. Weer één van die momenten waarop je beter iets kleiner bent.

Maar we zijn blij dat we erbij zijn ! We starten aan een stuwmeer. Meer meer gaan we niet te zien krijgen, al laat de naam van de trail anders vermoeden. Kastelen heb ik ook niet gezien. Ik vermoed dat de organisator al eens durft hallucineren als hij in zijn achtertuin jogt. Of hij heeft veel gevoel voor humor. Het parcours gaat vanaf de eerste meter over kleine kronkelpaadjes. Dit belooft veel goeds. Na amper 1 km onstaat er al onduidelijkheid over de te nemen afslag. De leiders hebben blijkbaar een bordje gevolgd van de 105 km. Het gevolg is dat ik plots quasi aan de leiding loop. Lang duurt dat natuurlijk niet. De trailhazen vliegen me om de oren. Ik blijf rustig verder lopen en heb me voorgenomen om onder hartslag 150 te blijven. Dit keer wil ik mij niet kapotlopen.

Het profiel van de wedstrijd liet vermoeden dat de eerste 12 km tot Malmedy vrij rustig zouden zijn. Niets is minder waar. De klimmen zijn kort, maar krachtig. Het gaat snel op en af. Het is zaak om de motor hier niet op te blazen. Zoveel ervaring hebben we nu wel al. Vanuit Malmedy gaat het steil omhoog. Nu komen de lange klimmen eraan. Een goede kadans zoeken en ‘en danceuse’ naar boven. Na 16 km hebben we de eerste bevoorrading. Een kilometer verder komen we opnieuw op het parcours waar we al voorbijkwamen. Verwarring alom. Op de kaart ziet de verwarring er als volgt uit. Voor de leken, je zou maar 1 lijn mogen zien op 1 plaats.
verwarring

We hebben daar een tijdje staan over en weer lopen en werden nog op het verkeerde spoor gezet door een toeschouwer die ons wist te zeggen dat we daar 2 keer moesten passeren. Na 17 km kan ik doorgaans nog redelijk nadenken en ik wist dat we nooit 2 keer op dezelfde plaats moesten komen. Na veel twijfelen dan toch maar teruggekeerd. En ja hoor, daar zagen we het gemiste plaatje.

Met vernieuwde moed dan maar op weg voor de laatste 44 km. Steven heeft duidelijk het juiste ritme gevonden. Ik laat hem lopen. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Ik blijf op hartslag lopen. Bergop stevig door marcheren, bergaf stevig joggen. Het parcours is heel mooi en de eenzaamheid doet deugd. Naar het einde toe heb ik nog wat over, het is ooit anders geweest. De 61ste kilometer loop ik in 5’57. Daar ben ik alvast fier op.

Aan de finish staat een enthousiaste Steven me op te wachten. In het onderstaande filmpje kan je zien hoe het eraan toe ging.

Er wachten ons 27 dagen tot de Grand Duc. 85 km afzien in het prachtig Chartreuse massief. Dat wordt een langgerekte no beer challenge in de hoop het gewicht nog wat omlaag te krijgen. Hoop doet leven.

2 Reacties op “Door meren en kastelen, of niet

  1. Ik moest er ook aan denken toen ik het weerbericht hoorde. Je krijgt je revanche voor vorig toen je een blok van 100 kilo aan je been had hangen! Good luck, buddy.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s