’s Zondags om 6 uur opstaan. Voor sommigen een marteling, maar niet voor deze jongen. Zeker vandaag niet. De tweede zondag van maart wordt stilaan een traditie. Dan gaan we naar het Mekka van de trappist, waar de liefde voor de trail in 2010 serieus heeft toegeslagen. We waren er al bij vanaf de eerste editie. Vandaag zijn we beter uitgerust en voorbereid dan ooit tevoren, het wordt een topdag !
Vlug nog even een bericht sturen naar Sander dat hij niet moet bellen. Mijn betere helft slaapt al eens graag uit en vandaag is een uitgelezen kans nu die jeugdige brok energie er zo vroeg vandoor is. Heb ik alles mee ? Ipod, energie gelletjes, camelbak, genoeg geld … oei neen, vlug geld afhalen. Handig als je naast een bankcontact apparaat woont. Als ik uit de bank kom, zie ik de slee van Sander voor mijn deur staan. Het is nu 7 uur en we moeten er rond 8.30 uur zijn. Hoog tijd om te vertrekken.
Vandaag ga ik oude bekenden terug zien. David Branle, gewezen trainingsmaat die ooit nog 7,81 meter ver sprong en daarmee nog steeds in de Belgische top 10 aller tijden staat. Sandrine Rozenberg, ex-lief van een andere trainingsmaat, die deze trail ‘two fingers in the nose’ gaat winnen. Corentin Levacq, gewezen clubgenoot die vandaag komt helpen als vrijwilliger en vorig jaar een regelmatigheidscriterium won. Groot looptalent, maar heel blessuregevoelig.
Ik beslis om mijn jeugdige overmoed opnieuw in te tomen en de wijsheid van Sander te laten zegevieren. De vermoeidheid van Lasne zit nog wat in de benen. Twee weken geleden liep ik voor het eerst 35 km en vandaag worden dat er 36.
De eerste kilometers lopen we tegen een gezapige 9.5 km/uur. Klapke doen, genieten van het zonnetje, niks forceren. De eerste bevoorrading is er na 14 km. De traditionele bananen en peperkoeken worden gretig naar binnen gewerkt. En dan leggen we er de pees op. Kilometer 15 en 16 blijven we onder de 6 minuten. De 22ste kilometer leggen we zelfs af in 5’38. Dat is al bijna 11 per uur. Ik hoop David in te halen die ons al na 1 kilometer achter liet. Normaal ben ik het die er als een haas vandoor gaat en op het einde volledig door het ijs zak. Nu zal het andersom zijn.
Vanaf kilometer 33 komt er een heel technisch stuk. Veel klimmen en dalen, over beekjes springen, zelfs met behulp van touwen. Na drie en een half uur lopen, kan dat pijn doen. We leggen dan ook 3 km af in 23 minuten. Dat is trail. Er zijn stukken waar je nauwelijks nog vooruit komt. Maar het is veel leuker dan gewoon op de weg lopen.
Nog 1 kilometer, nog 1 helling. Ik zie een silhouette voor mij die me bekend voorkomt. Het is David die naar de finish stapt. Binnenpretjes maken zich meester van mij. Hij draait zich om en ziet ons komen, de twee Chamonix-boys die nog steeds relentless forward progress aan het maken zijn. Zijn gezicht ziet er 10 jaar ouder uit dan bij de start. Ik kan nauwelijks een schaterlach bedwingen. Ik ga hem toch maar mee over de finish sleuren. Sander heeft dat met mij ook gedaan in Houffalize en dat doet deugd. Afzien in eenzaamheid, het is heel hard. En gedeelde smart is halve smart.
De extra time was zo mogelijk nog zaliger. De lentezon is heel gul en de barbecue ziet er heerlijk uit. Ik kan wel een beer opvreten nu. En dan die heerlijke Chimay. Het leven kan toch zalig zijn. Ik kan al niet meer wachten tot 30 maart. Dan gaan we het nog eens overdoen, in Nisramont.
Pingback: Tempolopen voor gevorderden | The Road To Chamonix·