Sommige wedstrijden zijn ijkpunten in je seizoen. Trailsgewijs is dat de trail van Chimay begin maart. Bij de stratenlopen is dat de Aalsterse Dirk Martenscorrida in januari en de stratenloop in augustus in mijn eigenste Denderleeuw city.
Deze stratenloop is aan zijn 5de editie toe en deze jongeheer heeft ze natuurlijk allemaal meegedaan. Al is de timing van de wedstrijd nogal ongelukkig gekozen. Wij gaan altijd in juli op vakantie en dat durft al eens in een all inclusive hotel te zijn. Ik moet er geen tekeningske bijmaken, zeker ? Om tien in den bar al aan het pintelieren. ’s Middags en ’s avonds warm eten. En ’s avonds serieus digestieven.
Het plan was om dat dit jaar niet te doen. Alle trainingsarbeid van de voorbije 9 maanden in twee weken wegzuipen, het zou zonde zijn.
De voorbije weken heb ik dan nog wat interval gedaan om de VO2 max nog wat aan te scherpen. Ik droomde al van een sub 40 tijd. Kwestie van de lat hoog genoeg te leggen. Het plan is simpel. Elke kilometer in 4 rond en de laatste kilometer spurten. Vooral in de start moet ik mijn paarden bedwingen.
Bij de start jogde ik al meteen met de koplopers mee tegen 20 per uur. Ik vroeg mij af of die mannen nu echt zo traag liepen, maar het was ikzelf die weer wat hevig stond. Het tempo gestaag laten zakken dus. Na 1 km liep ik nog een flinke 16 per uur en kwam ik door in 3’36. Veel te snel dus. Tempo nog laten zakken. Maar ik voelde me helemaal niet moe. Het eerste rondje van 2.5 km liep ik in 9’24. Da’s een tempo om 38 minuten te lopen over de 10 km. Ik bleef maar verder lopen aan een hartslag van om en bij de 166 slagen per minuut. Ik voelde me nog steeds goed. De vierde en vijfde km waren nu wel net boven de 4 minuten, maar ik kwam nog door in 19’30 aan de 5 km. Nog altijd goed voor een eindtijd van 39 minuten.
En dan kwam de beruchte man met de hamer nog eens langs. Jawadde, ik moest echt trager lopen of ik dacht dat ik ging doodvallen. Ik twijfelde even tussen stoppen of toch doorgaan. Mijn suunto gaf mij echter nieuwe moed toen bleek dat ik toch nog 13.5 per uur liep. Da’s toch nog niet helemaal sterven. De laatste 200 meter heb ik dan nog maar een spurtje getrokken. 41’07 was het eindverdict. Licht ontgoocheld, maar toch voldaan.
Ziehier de km tijden : 3’36 , 3’51 , 3’56 , 4’03 , 4’08 , 4’32 , 4’27 , 4’25 , 4’28 , 3’50
Door de jaren heen is er ook een mooie progressie op te merken :
2011 : 47’45
2012 : 47’53
2013 : 48’33
2014 : 43’17
2015 : 41’07
Volgend jaar dus onder de 40. Maar eerst nog wat slanker worden. Zaterdag gaan we naar La Roche voor de trail des Fantômes. Sander zal ook wel in topvorm zitten want die traint volop om de ultra trail du Vercors uit te lopen. Maar daar hoort u ongetwijfeld volgende week meer van. Tot dan.