Twee weken geleden krijg ik telefoon van de oprichter en eigenaar van zatopekmagazine. Hij nodigt me uit voor de Brusselse ecotrail. En week na de 48 km van de Hastrail weeral 18 km ? Kunnen mijn beentjes dat wel aan ? Ik wil wel graag. Het parcours doet zowat heel mijn jeugd aan. En ik kan toch zo moeilijk neen zeggen. Trouwens, een trail in Brussel, dat zal wel een lachertje zijn na wat we dit jaar allemaal al afgemaald hebben.
Zaterdagmiddag sta ik dus alweer aan de start voor 18 km. Start en aankomst is onder het atomium, waar ik mijn hele atletiekcarrière getraind heb op zondagmorgen. Heel wat ontbijten zijn er hier weer uitgekomen ten gevolge van een teveel aan melkzuur. Ik mag er niet aan denken.
We zijn nog maar 200 meter aan het lopen of ik zie Rudi al staan, jeugdvriend en mede-atleet bij excelsior.
Na iets meer dan een kilometer lopen we het jeugdpark door. Ik merk op dat het voetbalveld waar we vroeger uren gespeeld hebben veranderd is in een speeltuin. Dat heb je als je 25 jaar weggeweest bent. Alles ziet er anders uit. Maar wel herkenbaar.
Volgende punt van sentiment is het Boudewijnpark. Hier kwamen we lopen met de school tijdens de turnles. Het is ook hier dat mijn looptalent ‘ontdekt’ werd door onze turnleraar. We waren 14-15 jaar en moesten ongeveer 1500 meter lopen. Ik deed daar vier en een halve minuut over en eindigde mijlen voor de tweede.
Dan nemen we de brug over de tentoonstellingslaan richting Laarbeekbos. We zitten nu helemaal op het parcours dat ik vroeger liep als ik ging joggen. Alleen hebben ze in het bos paadjes gevonden die ik nog nooit had gezien. Deze ecotrail begint echt wel de allures te krijgen van een echte trail. Ik ben aangenaam verrast. Bij het uitkomen van het Laarbeekbos staat een bevoorrading. Ik besluit door te lopen. Ik heb trouwens geen beker mee. 18 km moet lukken zonder drinken.
Daarna gaat het richting poelbos. Hier moest ik tijdens alle schoolvakanties in de opvang. Heb ik eigenlijk niet zo’n goede herinneringen aan, maar nostalgie roept blijkbaar altijd positieve gevoelens op.
Dan richting Dielegembos. Ik ken ze allemaal op mijn duimpje. Het is de eerste keer dat ik een trail loop waarbij ik het parcours van op voorhand ken.
Nu gaat het echt richting Atomium. Ik begin nu echt heel moe te worden en voel dat die 48 km van vorige week nog in mijn lijf hangt.
We moeten de Houba De Strooper over richting Heizel. Ik kan niet meer. En kijk, we moeten door de Heizel. Hier heb ik van 1988 tot 1999 nagenoeg dagelijks getraind. Het geeft me een nieuwe boost voor de laatste kilometers.
We komen aan het atomium, maar moeten nog een lusje maken in het park van Laeken. Ook hier weer mooie herinneringen op de ‘tour du lac’. Hier heb ik de broertjes Borlées nog weten beginnen. Ze waren amper 15 jaar maar vlogen hier al door het park aan snelheden die heel wat volwassen toppers deed blozen. Hun vader zei het me toen al : ‘dit worden grote’. Mijn zoon was net geboren en ik gaf training aan het Brusselse jeugdtalent. Wat gaat de tijd toch snel.
Nog één bocht en ik ben er. De camera die ik de hele weg heb meegezeuld, lijkt nu een ton te wegen (al weegt hij maar 170 gram). Het resultaat van mijn regisseurstalent zie je in onze videorubriek.
Ik eindig in 1 uur 28 minuten. Valt nog dik mee. Volgend jaar de 80 km ?