Vrijdagavond laat. Het is koud en mistig op de autosnelweg. Wat een flitsende seizoens start had moeten worden, lijkt zich te ontpoppen tot iets helemaal anders. Fear, uncertainty and doubt… ik voel me helemaal niet klaar om 80 km in de vrieskou te gaan afdraaien. En als klap op de vuurpijl heeft Frank de dag voordien forfait gegeven. Ik bel mijn vrouw en vertel haar dat de kans bestaat dat ik zondagmiddag terug al thuis sta. Ik zal wel zien hoe dag één uitdraait. De motivatie om aan deze tweedaagse te beginnen zit duidelijk laag.
Ik zoek een plaatsje in de parking onder de Ol’ Fosse d’Outh. Van hieruit zal alles zich dit weekend afspelen. Ondanks het late uur toch een vriendelijk ontvangst. Dat gaat vlot en stemt me al iets vrolijker. Op de kamer begin ik mijn spullen klaar te leggen voor de volgende dag. Eerst voor de Kamikaze trail, een snelle 4 km lange klauterpartij op de flanken van de vallei, dan de rugzak voor de 25 km Trail des Coccinelles. Voor de Kamikaze ga ik sowieso mijn VFF Spyridon MR aantrekken, kwestie van wat grip te hebben. Voor de Coccinelles weet ik het nog niet. Ik weet niet veel vandaag. Lukt dat wel met sandalen in de winter?
Op mijn iMessage zie ik dat Frank actief is. Hij gaat die nacht opblijven, ziek als hij is. Om ons in te schrijven voor de Bouillonnante. Doe me maar de 104 km, type ik. Zelfoverschatting? Tja… misschien zijn we gewoon gek.
Zaterdag ochtend. We hebben half pension geboekt, dus ik ga in mijn eentje in Kamikaze tenue naar het onbijt. Ik ben nog niet goed en wel binnen of een kanariegeel t-shirt met zwarte opdruk trekt mijn aandacht. Een Luna technical shirt. Die je hier niet vaak. Omzeggens nooit. Er blijken voeten met sandalen onder te zitten. Huh? De eerste keer dat ik een paar Luna’s zie op een trail event. Het is een dame. Het koppel heeft een jonge baby, dus ik veronderstel dat de man deelneemt.
In mijn mailbox vind ik mijn inschrijvingsbewijs voor de 104 km in Bouillon eind april. Op facebook zie ik dat deze afstand op een uur volboekt was. Well done, trail buddy. Maar nu moeten we hem wel lopen…
Mijn nummer afhalen. Nummer 78. De Engelstalige dame op haar sandalen heeft er ook een vast. Sarah, zo heet ze, blijkt van plan om de de volledige 80 km stage race te lopen. En dan nog op sandalen ook. Luna OSO’s. Plots zie ik het allemaal al iets meer zitten.
Even Dirk Baelus van Innerme gaan gelukwensen met zijn business. Nu je het zegt: het is exact een jaar geleden dat ik zijn voeding leren kennen heb. Nog maar. Heb er intussen al al mijn ultra’s mee gelopen. Tevreden klant.
Het is zover, de eerste wedstrijd. Volledig in Icebreaker, het voelt niet zo koud aan buiten. Even de nieuwe GPS horloge (Suunto Ambit 3) programmeren, en weg. Ik beschouw dit eerste luik als een verplicht nummertje, niet echt mijn ding, en besluit achteraan te vertrekken. Eindig ik als laatste then so be it. Ik ben trouwens 4 kg verzwaard de laatste weken. Heb amper getraind en voel me stijf.
Daar gaan we. De eerste kilometer is puffen. En dan plots… bèng! Het is plezant. Ik voel me sterk. Veel sterker dan ik dacht. Daar gaan we. Uiteindelijk eindig ik nog 90ste op 130 deelnemers. Dat valt reuze mee.
In een iets beter stemming aan de start van de 25 km ’s middags. Toch resoluut voor blote voeten gekozen. En muziek. Ik zie mijn collega Monkey rustig vertrekken. Loopt licht en met de voeten landend onder het lichaam, zoals een Luna Monkey betaamt. Ik besluit gas te geven en banjer ervandoor.
Uiteindelijk valt ook dit reuze mee. Hier en daar wat pijntjes, maar alles gaat over en we finishen met een mooi gemiddelde van 8 km/h. Lang geleden dat ik nog zo een gemiddelde gelopen heb. Ik ben tevreden, maar vrees dat ik morgen stijf zal zijn.
Tijd voor een praatje met mijn nieuwe Luna vrienden. Ze komen uit de US. Met heel wat ultra trail ervaring. Zo’n Luna loper uit Belgie, is dat geen foto waard?
Ja, natuurlijk mag die naar Luna’s Facebook pagina. Waarom niet. Een paar dagen volgt de commentaar: “Monkeys meeting Monkeys the world over. Let’s make this the best world possible yo!” Zo denken de monkeys in Seattle er dus over. Ik ook, eigenlijk.
Ik kijk eens naar de tussenstand in het klassement. Slechts een handvol mensen doet mee aan de 80 km stage race. Ik heb snel gelopen voor mijn doen, maar hier doen ook geen doetjes mee. Dus ik ben tevreden met mijn 20ste plaats.
Die avond vroeg in bed. Gezien de geboekte massage niet doorgaat wegens afwezigheid van de kinesist, geef ik mijn benen ervan langs met de Triggerpoint foam roller. De volgende dag zal ik daar blij om zijn. Closest thing to a sports massage. Ik zet mijn wekker om vijf uur, althans dat denk ik toch.
Om half vijf schiet ik wakker. Dat is dankzij mijn recente business trip naar Indonesie. Jet lag… De wekker komt eraan, nog even sluimeren. Om half zes schiet ik terug wakker. Geen wekker. Blijkt dat ik de wekker voor weekdagen gezet had. Twee glaasjes wijn bleken voldoende… Voor hetzelfde lag ik een gat in de dag te pitten. Dat wordt haasten want de kamer moet ontruimd worden.
Om zeven uur aan de start. Het gaat wonderwel. Blijkbaar doet een nacht slaap wonderen. Goed nieuws voor mijn meerdaagse ambities.
Het lopen in het donker is gewoon leuk. Ik voel me fit, maar weet dat de 50 km van de Houffatrail op dit moment toch een uitdaging zullen zijn. Na 16 km komen we aan de eerste ravito. Bemand door de redelijk legendarische Paula Ijzerman en haar man. Paula heeft iets met minimalistisch lopen. Vibrams en zo. Maar ook Luna’s blijkt later. En heeft een persoonlijke sport uitgevonden: parcours opruimen in een rotvaart en finishen met de laatste loper. Of toch bijna.
De volgende sectie is zwaar en leuk. ik begin hele stukken te herkennen uit andere trails. De watercrossings blijken verfrissend en helemaal niet koud aan de voeten. Blij dat ik geen kousen aan heb, of mijn voeten bleven de hele tijd nat. Regelmatig brul ik naar lopers in de verte die een afslag gemist hebben. Resulteert steevast in dankbaarheid. Mocht ik al die virtuele biertjes uitdrinken die ik dit weekend verdiend heb.
Intussen beginnen de koplopers van de kortere afstanden ons voorbij te steken. Dat is drummen op de single tracks, gelukkig mogen wij in Achouffe linksaf voor een extra lus. Leuk dorpje. Maar ik begin aardig moe te worden. En het is nog een serieus eind te gaan. Ik loop al een tijd helemaal alleen. Ik ben een spoorzoeker. Dan komt de openbaring. Het is hier zo mooi dat mijn gemoed vol schiet. De endorfinerush neemt alle pijntjes weg en zorgt voor een energiestoot. Ik groet de natuur. Niemand ziet me hier. Juichen mag.
Op het laatste stuk loopt veel volk. Op de kortere afstanden wordt veel meer geracet en zelfs gedrumd. Maar we zijn zelf ook zo begonnen, dus geen reden om arrogant te worden. Mensen vragen welke afstand ik aan het doen ben op mijn teenslippers. Als ik zeg dat het er binnen een paar kilometer een kleine tachtig zullen zijn, schudden ze hun hoofd. Die man moet gek zijn, zie je ze denken. Het zijn natuurlijk geen teenslippers, het zijn moderne huaraches met een fantastische grip.
Ik ben blij dat ik de finish zie, en haal er met gemak nog een spurtje uit. Dat zet me op de 21-ste plaats van de 25 deelnemers aan de stage race. Een geslaagd weekend, ben blij.
Leuke mensen leren kennen ook. En zoals steeds was het event voortreffelijk georganiseerd. Volgend jaar terug? Waarschijnlijk wel.
En nu begint het echte werk. Op naar de 100 km. In Februari alvast Trail des Bosses. Frank’s come-back zal legendarisch zijn. En ik wil 10 kilo vermageren…
Mooi verslag , my friend. Ik heb duidelijk wat gemist. Maar het beste moet nog komen. CU soon.
LikeGeliked door 1 persoon